Platform over zon-en daglichtregulering, rolluiken, terrasoverkappingen en afsluitingen
Ook de lange arm der wet heeft soms zonwering nodig

Ook de lange arm der wet heeft soms zonwering nodig

Eén van de herinneringen die ik heb aan mijn werk als verkoper in een zonweringzaak, begin jaren negentig, is aan Harry*. Op een druilerige dag stormde hij voor de eerste keer de showroom binnen. Een typische man, gekleed in een korte, zelf afgeknipte spijkerbroek, met blote voeten in houten klompen, een AC/DC T-shirt met gaten om het magere bovenlijf en een cowboyhoedje op, zoals je dat vroeger vooral op festivals aantrof. “Heb je ook winkeldochters?” riep hij me toe, geen acht slaande op de klanten die ik net aan het helpen was. Ik verwees hem naar de baas, die in het magazijn ongetwijfeld nog wel een paar retour gekomen rolluikjes of een oud knikarmscherm had liggen.

Harry werd een vaste bezoeker en kocht alles weg voor de neus van de oud ijzerhandelaar. Soms nam hij koffie en bleef even kletsen. “Ik kan alles regelen Jan. Alles wat je hartje maar begeert. Zo krijg ik binnenkort een partijtje VHS-recorders en cd-spelertjes. Heet, snap je? Van de vrachtwagen gevallen jongen!” Een dikke knipoog volgde. Dat ik geen interesse had, deerde Harry niet.

Mijnheer Carbonada

Op een zaterdagochtend kwam er een nette auto voorgereden. We hadden de deuren net geopend en stonden met alle medewerkers bij de koffiemachine in de showroom. We keken door de ramen van de portiek om te zien bij welke afdeling deze klant hoorde. “Zonwering!”, constateerden mijn collega’s met vreugde. Niet hun afdeling, dus de koffie mocht wat langer duren. Het was mijnheer Carbonada. Hij was in de weken daarvoor al drie keer in de zaak geweest, steeds gehuld in een indrukwekkend uniform, want hij was motoragent bij de politie.

De familie Carbonada had binnenzonwering nodig. Tijdens enkele verkoopgesprekken waren we tot een offerte gekomen en mijnheer Carbonada had het stalenboek mee naar huis genomen. Dat kwam hij nu terugbrengen, in burger, het was tenslotte zaterdag. Ik zette hem aan een tafel en ging koffie voor hem halen, terwijl hij me vrolijk toeriep dat de offerte in orde was. Even later waren we samen de orderbon aan het invullen.

“Allemaal van de vrachtwagen gevallen, snap je?” (Foto © A. Gorgots.)

 

Verkeerde dag, plaats en tijd

Terwijl mijnheer Carbonada de bon nog even aan een laatste controle onderwierp, zag ik vanuit mijn ooghoeken hoe Harry zijn roestige, kanariegele Opel voor de deur parkeerde. Hij had me al aan tafel zien zitten en kwam opgewonden gebarend de portiek ingelopen. Ik moest blijkbaar meteen naar buiten komen. Gaat niet, gebaarde ik terug en wees naar de klant. Maar dat was voor Harry geen reden om te wachten. Hij stormde naar binnen en kwam naar onze tafel. “Jongen, kom nou even! Ik heb de kofferbak vól liggen. VHS-recordertjes, cd-spelertjes, Veronica cd’tjes en nog veel meer heet spul. Uitzoeken, aftikken en genieten!”

Ik kon wel door de grond zakken. Carbonada trok zijn wenkbrauwen omhoog en vroeg: “Klinkt goed. Is het tweedehands spul?” Harry, blij met een mogelijk nieuwe klant, reageerde direct. “Gloedjenieuw man! Allemaal van de vrachtwagen gevallen, snap je?” Hij trok bij de laatste zin een van de wallen onder zijn ogen tot ver onder zijn brilmontuur. “Goh wat gaaf, daar heb ik wel interesse in! Heb je genoeg, dan vraag ik gelijk een paar vrienden om ook te komen?”, antwoordde Carbonada. “Zekerrrsss… Bel ze maar, ik wacht wel even buiten”, jubelde Harry. “Waar is hier de telefoon?”, vroeg Carbonada, toen Harry weer bij zijn auto stond. “Achter de balie, gaat uw gang”, zei ik met lood in de schoenen.

Terwijl Harry zichtbaar verheugd bij zijn open kofferbak stond te wachten, belde Carbonada zijn ‘vrienden’. Samen liepen we naar buiten, waar Carbonada Harry verzekerde dat de vrienden er vast snel zouden zijn. Hij hield woord. Vijf minuten later reden twee politiebusjes de oude Opel klem en werd een foeterende Harry een door de staat bekostigd taxiritje naar het politiebureau aangeboden. Het was de laatste keer dat ik Harry heb gezien. Binnen tekende mijnheer Carbonada met een grote glimlach de orderbon. “Wat een mooie dag Jan”, zei hij.   

* De gebruikte namen – behalve Jan Mol uiteraard – zijn om privacyredenen gefingeerd.

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details