Platform over zon-en daglichtregulering, rolluiken, terrasoverkappingen en afsluitingen
Jan Mol graaft in zijn geheugen

Jan Mol graaft in zijn geheugen

BLAUW, BLAUW, BLAUW…

Wellicht doet de titel vermoeden dat het hier gaat over een begin jaren 90 hit van de Nederlandstalige band The Scene. Het gaat echter over een advies over zonweringdoek dat schrijver dezes in diezelfde tijd uitbracht aan klanten. Niet gehinderd door enige kennis. 

Begin jaren 90 stond ik – geheel toevallig – opeens als verkoper in een zonweringzaak, in een middelgrote Gelderse plaats onder de rook van Arnhem. Ik moest invallen voor degene die normaliter de zaak bestierde en had niet meer dan een korte stoomcursus zonwering genoten. Toch lukte het verkopen goed, dankzij een niet aflatende fantasie en een vlotte babbel. Helaas is succes niet altijd verzekerd, als je jezelf door de verkoopgesprekken heen probeert te bluffen…

Zonwering voor het hele rijtje graag!

“Ik kom als woordvoerder van de buurt. We oriënteren ons momenteel op zonwering waar we onder kunnen zitten”, sprak mijnheer Polack onder het genot van een kopje koffie. Een vriendelijke senior, die de taak op zich had genomen om informatie in te winnen voor zijn woning en die van zeven buren. “We wonen aan de rand van het dorp, in die nieuwe aanleunwoningen van de woningbouwvereniging. Onze terrassen kijken uit over de weilanden, maar door de zon kunnen we er nog niet lekker zitten.” Dat probleem zou ik wel even oplossen.

Het model knikarmscherm was snel bepaald. Het mocht niet te veel kosten, dus het werd ‘knikarmscherm Populair, goedkoper dan de Makro’. Dat sprak de man wel aan. “Handbediening of met motor?”, vroeg ik. “U bent tenslotte allemaal op leeftijd.” Het werd dus handbediend. Een groepskorting van 10% bezegelde de offerte en mijnheer Polack beloofde om na het weekend met uitsluitsel te komen. In gedachten had ik zojuist acht knikarmschermen van het type 78/110 verkocht, in TNA, met draaistang.

Sterke argumenten op flinterdun ijs

Die maandag zat mijnheer Polack weer aan tafel, ditmaal met zijn vrouw. De offerte was ondertekend door hem en zijn zeven buren. Er was echter één vakje nog niet ingevuld op de bon, het vakje waarin de doekkleur moest worden geschreven. “Daar hebben we een discussie over in de buurt”, zuchtte mevrouw Polack. “We willen in ieder geval allemaal dezelfde kleur. We komen er alleen niet uit welke kleur, zoveel mensen, zoveel smaken…”

Enige schrik maakte zich van mij meester, want ik wilde per se die order binnenhalen. “Mag ik u dan op functionele basis adviseren?”, vroeg ik. Dat mocht. “Ik stel voor dat u kiest voor dit felblauwe unidoek. Dan slaat u twee vliegen in één klap, spreekwoordelijk en figuurlijk. Vliegen hebben namelijk een grondige hekel aan de kleur blauw, omdat dat de kortste lichtgolf in het kleurenspectrum is. Lekker buiten zitten, zonder vliegen. Hoe lijkt u dat?” Trots hing ik achterover, onder de indruk van mijn eigen kennis. Mijnheer Polack wilde weten of dat echt werkt. “Natuurlijk”, zei ik overtuigd. “Waarom denkt u dat men in warme landen de kozijnen blauw schildert en waarom schilderen boeren de muren van hun melkhuisjes blauw? Omdat het de vliegen weert!” De Polackjes waren overtuigd. Een dag later hadden zij de rest van de buurt weten te overtuigen en zo werd de order gegund voor acht knikarmschermen met felblauw doek.

De grote invasie

Vier weken later had ik mijnheer en mevrouw Polack volledig overstuur weer in de zaak. “Mijnheer Mol, sinds we die blauwe zonwering hebben hangen, hebben we nog nooit zoveel last van vliegen gehad. Het wemelt ervan! We kunnen geen van allen fatsoenlijk buiten eten. Hoe komt dat denkt u?” Ik had geen flauw benul. Overtuigd van mijn eigen advies van vier weken eerder besloot ik het op externe factoren te gooien. “In het weiland waar u op uitkijkt, ligt ongetwijfeld een kadaver van één of ander beest te rotten. Ik stel voor dat u met de buurt dat weiland eens uitkamt”, adviseerde ik. Het duo vertrok en het kan niet anders, of de buurt heeft inderdaad dat hele weiland doorzocht. Het was de laatste keer dat ik iets hoorde van deze mensen.

Boerenwijsheid uit Ruurlo

Enige tijd later, op bezoek bij mijn ouders in Ruurlo, kwam ik Hendrik tegen, de boer van de overkant. Al pratende kwamen we op het verhaal van het blauwe zonweringdoek. “Hendrik, aan het advies kan het niet hebben gelegen”, sprak ik peinzend. “Jullie schilderen de muren van het melkhuisje toch blauw om de vliegen te weren?” Met een bulderende lach kwam het antwoord: “Het klopt dat we de muren blauw schilderen, maar dat doen we omdat vliegen juist dol zijn op blauw en daar zó door worden aangetrokken dat ze op de muur gaan zitten en niet op de uiers van de koeien. Net als in warme landen, waar de kozijnen blauw zijn. Dan landen de vliegen op het kozijn, in plaats van op de keukentafel!”

Ik reed die avond terug naar huis en voelde me schuldig. Dat duurde echter niet lang, want een nieuwe blunder lag al op de loer.   

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details